mea vulva-mea culpa.

 Als meisje van een jaar of 10 maakte ik ooit een tekening, dwars op een kladblok, van het lichaam van mijn moeder dat ik had gezien. De tekening was zonder hoofd, ik had de schouders, de borsten, de buik en het het onderlichaam getekend (het woord "de kut" kan ik in dit verband niet rechtstreeks uitspreken). Mijn vader zag deze tekening, wat hij precies zei weet ik niet meer, wel weet ik nog dat ik mij ontzettend schaamde, ik verscheurde snel de tekening en durfde nooit meer iets dergelijks te doen. Wat maakte dit zo’n beladen onderwerp, vraag ik me af.

Nu zie ik foto's van de Venus van Willendorf, de Venus van Hohenfels, en grote aantallen van andere verbeeldingen van vrouwenlichamen uit de Prehistorie die op diverse plaatsen in Europa zijn gevonden. Vrouwenlichamen, vaak met slechts een heel klein hoofd, zonder gezicht, met uitvergroot die kenmerken die een vrouw in functioneel opzicht tot vrouw maken. Een lichaam dat de liefde  kan bedrijven, baby’s kan baren en voeden, een lichaam dat maandelijks bloedt. Het zijn pure verbeeldingen van vruchtbaarheid, van precies dat element dat mensen verbindt met de wilde natuur. Lichamen die volledig mogen zijn en vrouwen niet beperken tot gladde contouren, een enkele leeftijd en gekunstelde manieren.

Geïnspireerd door deze Venussen heb ik mijn eigen Venus geschilderd. Ik heb haar een gezicht gegeven en sterk vergrote geslachtsdelen. Om de verbinding met de wilde natuur  extra te benadrukken heb ik nog een doekje geschilderd, met een wolf. Het gaat hierbij niet om schoonheid maar om oerelementen, om krachten die onverbrekelijk met het vrouw-zijn zijn verbonden, alle beschaving en cultuur ten spijt. De mens is niet baas van de natuur, hij is zelfs niet baas van zichzelf. De mens wordt gecontroleerd door dingen waar hij zelf geen vat op heeft.

10 januari 2011